1. Gun je kind die goede start : Jij legt de basis
Doorzetten niet 1, niet 2 maar 10 keer proeven,
-Jij bent verantwoordelijk en jij beslist,
-Geef het juiste voorbeeld,
-Praat met je kind, leg uit wat hij/zij eet en waarom.
2. Niet vullen maar voeden
- let op voedingsstoffen, niet op calorieën,
- 1x per dag snoep- of traktatiemoment.
3. Kies voor vers, onbewerkt en suikervrij
-Als het lukt kook zelf,
- Geen pakjes of zakjes,
- (Te veel) suiker is wél erg,
- Bio heeft de voorkeur.
4. Green up
- Eerst groente dan fruit,
- Minimaal 3x per dag groente
- Varieer
5. Je hoeft niet perfect te zijn, wel goed voorbereid
- Zorg voor een goed gevulde voorraadkast,
- Kies het gezondste alternatief,
- Alles is een keuze.
6. Maak van eten een rustig ritueel : aan tafel
- Geen strijd, wel duidelijkheid,
- jij bepaald wat en wanneer, je kind bepaald hoeveel,
- Bordje hoeft niet leeg,
- Toetje is geen chantagemiddel.
7. Voorkom emo-eten
- Bij tranen geen koekje maar een kus,
- 1xperdag een grote snoep,
- Maak af en toe een uitzondering.